Op maandag 29 juli 1968 om klokslag middernacht, begint kunstenaar José Van Gucht aan een hongerstaking. Hij sluit zich op in zijn auto die geparkeerd staat in de Noordstraat, aan de kant van de Sint-Walburgakerk, vlakbij het borstbeeld van Karel Cogge.
Aan die kant stond tot voor kort een klein, laag bouwsel: een nevenpastorie, waarin sinds jaar en dag een krantenwinkel was gehuisvest. Nu dat gebouwtje is afgebroken, onthult de open plek een uniek zicht op de Sint-Walburgakerk. Niet voor lang echter. De Kredietbank, die kantoor houdt aan de overkant, heeft de grond aangekocht om er een nieuw filiaal op te trekken, een bouwwerk dat groter zal uitvallen dan de afgebroken pastorie en dus het unieke uitzicht weer teniet zal doen.
José Van Gucht, een Brusselse artiest, vestigde zich na heel wat omzwervingen in Veurne.
Hij was dermate verliefd op de hoofdstad van Bachten de Kupe dat hij er het oudste huis aankocht, De Drie Koningen in de Vleeshouwersstraat, en er zich vestigde. Voor Van Gucht betekent het nieuwe bankgebouw een aanslag op het kunstpatrimonium. Dus gaat hij op maandag 29 juli om klokslag middernacht in hongerstaking, een in Veurne onbekende contestatiemethode. Op dinsdagochtend 30 juli staat de pers al aan zijn auto en diezelfde middag houden studenten een optocht die via het stadhuis eindigt in het bankgebouw zelf.
Tot ontsteltenis van velen, wordt in de bank een 'zitstaking' gehouden. Iemand houdt een toespraak, wellicht Wilfried Vanhove, die in Het Wekelijks Nieuws van 2 augustus wordt belachelijk gemaakt als "de lokale Che Guevara". KUL-student Mong Rosseel, die later bekend wordt als Vuile Mong, heeft zijn gitaar meegenomen en zingt protestliederen. De actie wordt niet enkel verslagen in de plaatselijke weekbladen Het Wekelijks Nieuws en De Zeewacht, maar krijgt ook aandacht in Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad, De Gazet van Antwerpen, De Volksgazet, De Nieuwe Gids, Ons Zondagsblad, ja, zelfs in Le Soir! De interpretaties verschillen. Le Soir spreekt van een "assaut" op het stadhuis. Het Nieuwsblad meent hogeschoolstudenten van verschillende "klubs" te herkennen en Het Wekelijks Nieuws vermeldt zelfs 'De Stier', een klassieke studentenvereniging bij uitstek.
Op woensdag 31 juli, de laatste dag van de Kermis, houdt Van Gucht het na 33 uur voor bekeken, omdat hij toezeggingen zou hebben ontvangen van prominente personen. Blijkbaar gaat het om loze beloften, want de Kredietbank beschikt over alle nodige vergunningen en wenst de werken op 5 augustus op te starten. Daarop beslist Van Gucht om op zondag 4 augustus om middernacht opnieuw in hongerstaking te gaan. Via strooibriefjes wordt opgeroepen om op woensdag 7 augustus, de marktdag van Veurne, samen te komen aan De Drie Koningen en vandaar een betoging te starten. Zo geschiedt, maar niemand is in staat om de plannen tegen te houden en ook het gemeentebestuur van Veurne laat alternatieven aan zich voorbijgaan. Een derde actie wordt aangekondigd, maar zal nooit plaatsvinden. De bank trekt uiteindelijk het voorziene gebouw op en het nieuwe zicht op de Sint-Walburgakerk verdwijnt weer.
Terug naar de bezetting en de zitstaking op dinsdag 30 juli. Goed twee jaar later zal 'Muzekot zijn intrek nemen in De Drie Koningen, eigendom van José Van Gucht. Op een foto van de protestactie van dinsdag 30 juli herkennen we enkele deelnemers die een rol zullen spelen in de alternatieve beweging die in de zomer van 1969 in Veurne zal ontstaan: Anne-Marie Van Gucht (echtgenote van), Mong Rosseel (aanwezig op de opening van 't Muzekot), Wilfried Vanhove en Eddy Bonte. Ook Alfie 'Foentje' Bostyn is van de partij: hij zal zich echter nooit met 't Muzekot inlaten, maar wel nieuwe impulsen geven aan de jeugdclub De Barakke.
[Eddy Bonte] "Ik was van de partij bij de bezetting, maar dat is me niet zo goed bekomen: mijn vader, die politieagent was, daagde plots op om de bezetting te ontruimen. Mong (Rosseel) was daar getuige van en doet niets liever dan dat verhaal en public in 't lang en in 't breed uit de doeken te doen".