Halverwege 1977 opteren de Muzekotters duidelijker voor meer plaatselijke verankering. De "Wakkere Veurnaar" is hun nieuwe vehikel: een gedrukte krant die de lokale controverse niet schuwt. De (start)redactie wordt bemand door Wespkranters Johan Ghyselen, Raymond Defeyter en Frans Declercq, aangevuld met Jean-Pierre Verfaillie en twee medewerkers die schuilnamen verkiezen : Toto en Fuscus (wijlen André Debruyne). De Wakkere Veurnaar mist in elk geval zijn start niet,
Het eerste nummer met een oplage van 600 exemplaren is in een mum van tijd nagenoeg uitverkocht. Het Nieuwsblad, Knack en BRT 2 besteden aandacht aan de nieuwe stadskrant, maar de plaatselijke pers (Het Wekelijks Nieuws, De Zeewacht) houdt de lippen op elkaar.
De Wakkere Veurnaar wordt een stadskrant van en voor de Veurnaar. Nogal wat Veurnse figuren kunnen er hun zeg in kwijt via een interview, een lezersbrief of via de aankondiging van een activiteit. Alvast een kort., maar onvolledig overzicht : Luc Dewulf over speelpleinwerking. Hubert Fraeyman over een bezinningscentrum in de oude pastorij in Avekapelle. Wilfried Maerten over de actiegroep Samenleving Nieuwstad, Jan Heytens en Johan Denorme over de Oogststoet. OCMW-raadslid Denise Boeve over het gezinsvervangend tehuis Zonnewende. ACV er Cyriel Marchand over tewerkstelling in eigen streek Burgemeester Jozef Vanhee over 25 jaar burgemeesterschap.
Een steeds terugkerend item is "het dagboek van Fuscus" waarin Fuscus (wijlen André Debruyne) het telkens heeft over de rijke geschiedenis van Veurne. Er was niet alleen Fuscus als schuilnaam. Ook "Toto" en later nog Paul Haebb en Ulrike verkiezen onder een schuilnaam te schrijven. Niet onbegrijpelijk, gelet op de kritische benadering van de Wakkere Veurnaar, die menig keer tegen heilige huisjes durfde te schoppen.
Het verhaal van de Wakkere Veurnaar eindigt in december 1978. Naar het waarom is het enigszins raden. De redactie bestond amper uit een handvol medewerkers. Werkloos bij de start, maar na verloop van tijd behorend tot de werkende klasse. Het idealisme van weleer was al wat afgebot, vermoeden we.